Wetboek Noordeinde
Algemene Bepalingen
A1 - Toepassing
- Het wetboek van Noordeinde is van toepassing op het gehele grondgebied van de stad
Noordeinde.
- Aanvullend op alle beschreven gevallen in dit wetboek is het Nederlands recht van
toepassing.
A2 - Geldigheid
- Bij verandering van een wetgeving na het tijdstip waarop het feit begaan is, wordt voor
de verdachte de meest gunstigste bepalingen toegepast.
- Het is voor een staff-lid niet toegestaan om mee te beslissen over een zaak die over
hunzelf, vrienden en/of familie gaat. Dit om te versterken dat een zaak op een eerlijke
en rechtvaardige manier behandeld wordt.
- Minderjarigen worden binnen Noordeinde op dezelfde manier behandeld als volwassenen.
Alle bepalingen, straffen en dergelijke zijn ook van toepassing op hen. Minderjarigen
hebben dezelfde rechten en plichten als volwassenen. Het jeugdstrafrecht is in
Noordeinde niet van toepassing.
A3 - Verjaring van het strafbaar feit
- Strafbare feiten verjaren na een periode van 30 dagen.
A4 - Strafbepaling
- Straffen zijn vastgesteld en opgenomen per artikel. Hieronder vallen:
- Officiele waarschuwingen
- Taakstraffen
- Gevangenisstraffen
- Inbeslagnames
- Geldboetes
- Een opgelegde straf is nooit hoger dan de vastgestelde waarden.
- Een straf kan wel verhoogd worden door het stapelen van overtredingen.
- Indien er sprake is van meerdere slachtoffers van een geweldsdelict, dan wordt er voor
elk extra slachtoffer 25% van de oorspronkelijke straf bij de uiteindelijke straf
toegevoegd. Bij 2 slachtoffers zal er dus sprake zijn van een strafverhoging van 25% van
de normale strafmaat, en zo verder.
- Indien er sprake is van meermaals gepleegde exact dezelfde strafbare feiten waarbij er
sprake is van andere omstandigheden, dan wordt er voor elk extra delict 50% van de
oorspronkelijke straf van het delict toegevoegd bij de totaalstraf.
- Er geldt een maximumcelstraf van 120 maanden. Als er volgens het wetboek meer dan 120
maanden aan de verdachte opgelegd (mogen) worden, dan wordt de boete verhoogd. De boete
wordt verhoogd met 250 euro per extra maand boven de 120 maanden met een maximum van 120
maanden. (denk hierbij gewoon logisch en realistisch na en ga niet iemand expres
allerlei overtredingen opleggen, want dat valt gewoon onder FailRP!)
- Een straf kan ook verlaagd worden door verzachtende omstandigheden.
- Een straf kan geheel of gedeeltelijk kwijtgescholden worden op basis van
uitsluitingsgronden.
A5 - Inbeslagnames en invorderingen
- Wanneer een strafbaar feit gepleegd is met een goed, of wanneer een goed uit een
strafbaar feit is verkregen, kan deze in beslag worden genomen.
- De keuze voor inbeslagname is ter beoordeling van de politie of KMar.
- Verwerking van de in beslag genomen goederen (behalve voertuigen) geschiedt
volgens richtlijn van Politie en KMar;
- Wanneer een voertuig in beslag wordt genomen vanwege een strafbaar feit:
- Kan deze maximaal drie (3) dagen worden vastgehouden voor onderzoek, in deze 3
dagen hebben de politie en de KMar de tijd om de bewijzen te verzamelen en
beschikbaar te stellen;
- Zal deze, nadat bewijsbaar is aangetoond dat het voertuig onderdeel was van een
strafbaar feit, uitgekocht kunnen worden op basis van de ernst van het strafbaar
feit, 24 uur nadat de inbeslagname is geregistreerd in de politiesystemen;
- Zal deze, wanneer, met inachtneming van de vorige regel, het voertuig tevens uit
het water moest worden gehaald, uitgekocht kunnen worden op toevoeging van 10%
op het basisuitkooppercentage;
- Zal deze kosteloos worden teruggegeven als er na 3 dagen tijd niet voldoende
bewijs is voor de inbeslagname, als een advocaat op de 3e dag pas de hOvj/Ovj
benaderd, heeft de hOvj/Ovj het recht om een extra 48 uur te nemen voor extra
bewijs op te vragen als dat er zou zijn.
- Zal deze kosteloos worden teruggegeven indien aan is getoond dat het voertuig
als gestolen is opgegeven voor de tijd van het gepleegde strafbaar feit. Het
opgeven als gestolen moet worden gedaan door middel van aangifte bij een
ambtenaar in functie.
- Wanneer het goed bewijsbaar onderdeel was van het strafbare feit en de eigenaar
daarvan overleden is, dan zal het voertuig ook uitgekocht moeten worden volgens
de standaardregels.
- Wanneer een advocaat een hOvj of Ovj inschakeld heeft deze altijd het recht om
48 uur de tijd te krijgen om bewijs op te vragen vanaf het moment dat hij of zij
ingeschakeld wordt. Deze 48 uur kunnen dus ook het maximum van 3 dagen/ 72 uur
verlengen als de hOvj of Ovj pas op de 3e dag wordt ingeschakeld. Indien de
officier op de 1ste dag wordt ingeschakeld, dan is lid a leidend en mag deze 48
uur niet gebruikt worden om de maximum duur van 3 dagen te verlengen.
- Er kan alleen in beroep gegaan worden tegen een inbeslagname door middel van een
advocaat. Het voertuig kan er alleen uitgehaald worden als er een advocaat
betrokken is, of d.m.v. het klachtenformulier.
- Uitzonderingsgrond voor teruggave van het voertuig is, indien het een voertuig
betreft zoals omschreven in Artikel III-14 Illegale voertuigen of indien een
voertuig voor de vierde keer in beslag wordt genomen. In dit geval zal het
voertuig worden vernietigd of verkocht. Ook voertuigen die langer dan veertien
(14) dagen in de opslag staan, zullen worden vernietigd of verkocht. Dit laatste
geldt niet indien er bezwaar is aangetekend via het klachtenformulier van de
politie of van de KMar.
- Geldige redenen voor inbeslagname zijn:
- Plegen van een strafbaar feit uit het wetboek van Noordeinde waarbij het goed
direct of indirect betrokken is, behalve fout parkeren en een
snelheidsovertreding met uitzondering zoals beschreven in lid E van dit artikel;
- Plegen van een misdrijf uit de Nederlandse wetgeving waarbij het goed direct of
indirect betrokken is;
- Niet stoppen voor stopteken gegeven door middel van een politietransparant of
rode lamp;
- Niet voldoen aan (verkeers)aanwijzing van bevoegde en als zodanig kenbare
opsporingsambtenaar;
- Snelheidsovertreding van meer dan 100% van de maximumsnelheid;
- Op de openbare weg rijden met een voertuig met daarop een WOK-status.
- Er geldt een basisuitkooppercentage van 10% indien er sprake is van een verkeersdelict.
- Er geldt een basisuitkooppercentage van 20% indien er sprake is van een ander delict dan
een verkeersdelict.
- Alle bovenstaande leden gelden ook voor helikopters en vliegtuigen.
- Meerdere notities voor het vliegen zonder vliegbrevet zal resulteren in een inbeslagname
van het voertuig.
A6 - Consultatierecht
- Krachtens artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is het een
verdachte, voorafgaand aan een verhoor, toegestaan consultatie te ontvangen van zijn of
haar voorkeursadvocaat.
- Indien de voorkeursadvocaat genoemd in lid 1 niet beschikbaar is, is een vervangend
advocaat afdoende om te voldoen aan dit recht.
- Indien de verdachte verkiest zelf een voorkeursadvocaat op te roepen zijn de kosten van
consultatie en rechtsbijstand voor rekening van de verdachte;
- Indien de oproep zoals genoemd in lid 3 niet mogelijk blijkt, of de verdachte weigert
een advocaat op te roepen, dan is de verbalisant verplicht tot het oproepen van een
advocaat voor de verdachte;
- Uitsluitingsgrond voor lid 4 is wanneer verdachte expliciet en ondubbelzinnig afziet van
zijn of haar recht tot consultatie.
A7 - Algemene rechtsbeginselen
- De algemene rechtsbeginselen stellen eisen en scheppen kaders aan beleid of regelgeving.
Beleid of regelgeving dat onvoldoende aansluit op algemene rechtsbeginselen kan
onderhevig zijn aan uitsluiting of verwerping.
- Onder de algemene rechtsbeginselen wordt verstaan:
- Subsidiariteit, het toepassen van maatregelen en acties die het minst bezwarend
zijn;
- Proportionaliteit, het in verhouding hebben en houden van acties, sancties en
beslissingen ten opzichte van het (mogelijk) gepleegde feit;
- Behoorlijk Bestuur, gebaseerd op de beginselen van vertrouwen, rechtszekerheid,
gelijkheid en onpartijdigheid;
- Legaliteit, waarbij het overheidsoptreden dat ingrijpt op de rechten en plichten
(persoonlijke levenssfeer) van burgers moet berusten op een wettelijke
grondslag;
- Kenbaarheid van regelgeving, waarbij burgers in staat gesteld moeten zijn kennis
te nemen van regelgeving;
- Redelijkheid en billijkheid, waarbij als factor de redelijkheid en
rechtmatigheid als ongeschreven regel dient te gelden bij overeenkomsten en
situaties;
- Hoor en wederhoor, waarbij alle partijen recht hebben om hun zegje te doen;
- Onschuldpresumptie, waarbij een verdachte onschuldig is tot het tegendeel
bewezen is;
- Détournement de pouvoir, waarbij de wet alleen mag toegepast worden waar deze
voor bedoeld is;
- Ne bis in idem, waarbij iemand niet tweemaal veroordeeld mag worden voor
hetzelfde feit;
- Het schutznorm-beginsel, waarbij er geen rechtsgevolg of sanctie wordt gekoppeld
aan een vormfout als de verdachte niet zelf is getroffen in een
(verdedigings)belang dat door het geschonden vormvoorschrift wordt beschermd.
A8 - Medeplichtigheid en medeplegen
- Als medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft:
- zij die opzettelijk behulpzaam zijn bij het plegen van het misdrijf;
- zij die opzettelijk gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen tot het
plegen van het misdrijf;
- zij die opzettelijk het misdrijf bevorderen of makkelijker maken.
- Er is sprake van medeplichtigheid als de verdachte behulpzaam is geweest bij het plegen
van het strafbare feit van een ander persoon. Bij medeplichtigheid is de rol van de
medeplichtige duidelijk kleiner dan de rol van de hoofdverdachte.
- Bij medeplichtigheid aan een strafbaar feit wordt de straf met 33% verminderd.
- Als daders van een strafbaar feit worden gestraft:
- zij die het feit plegen, doen plegen of medeplegen;
- zij die door giften, beloften, misbruik van gezag, geweld, bedreiging, of misleiding of
door het verschaffen van gelegenheid, middelen of inlichtingen het feit opzettelijk
uitlokken.
- Er is sprake van medeplegen indien twee of meer personen gezamenlijk een strafbaar feit
plegen, waarbij er sprake is van een bewuste en nauwe samenwerking. Het draait hierbij
voornamelijk om een samenwerking.
- Daders en medeplichtigen van een strafbaar feit worden gestraft volgens de strafbepaling
van het desbetreffende artikel.
- Indien er onduidelijkheid is over medeplegen of medeplichtigheid tijdens een strafzaak
dan kan een Hulpofficier van Justitie, Officier van Justitie of in uiterste gevallen een
rechter hierover een eindoordeel vellen.
A9 - Voorhechtenis
- Voorhechtenis is alleen toegestaan voor feiten waar een celstraf op staat.
- Voorhechtenis kan alleen gegeven worden indien er wettig overtuigend bewijs is dat de
verdachte een strafbaar feit heeft begaan.
- De maximale periode van de voorhechtenis is 24 uur. Dit kan maximaal verlengt worden tot
72 uur voorarrest door een hOvJ.
Titel I - Vermogensdelicten
Artikel I-1 Diefstal (310 SR)
- Een persoon is schuldig aan diefstal wanneer hij of zij een goed of voertuig wegneemt
zonder toestemming of enig recht daartoe te hebben.
- Bij een poging tot diefstal kan de maximale straf opgelegd worden tot 33% van de
volledige strafeis.
Artikel I-2 Gekwalificeerde Diefstal (311
SR)
- Als een persoon een diefstal pleegt in een woning of op een besloten erf waarop een
woning staat, terwijl hij of zij zich daar zonder toestemming of tegen de wil van de
eigenaar bevindt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
- Als een persoon in groepsverband een diefstal pleegt, wordt deze persoon als schuldig
beschouwd.
- Als een persoon een diefstal pleegt door middel van braak, verbreking of inklimming,
valse sleutels, een valse order of een vals kostuum, wordt deze persoon als schuldig
beschouwd omdat hij zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of
het goed heeft bereikt.
- Als er sprake is van een poging tot gekwalificeerde diefstal, wordt de straf met 33%
verminderd.
Artikel I-3 Diefstal met geweld /
Overval (312 SR)
- Wanneer iemand zonder toestemming of recht een goed wegneemt en daarbij geweld gebruikt
in welke vorm dan ook, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
- Het gebruik van geweld kan voorkomen bij de voorbereiding, diefstal, overval of vlucht.
- Als er sprake is van een poging tot diefstal met geweld of overval, wordt de straf met
33% verminderd.
Artikel I-4 Afpersing (317 SR)
- Een persoon die met dwang gegevens of goederen opeist van een derde, wordt als schuldig
beschouwd.
- Het forceren of eisen van een actie van een derde met dwang, leidt tot schuldigheid van
de persoon die dit doet.
Artikel I-5 Afdreiging / Chantage (318 SR)
- Een persoon die gegevens of goederen opeist van een derde door bedreiging met smaad of
openbaring van een geheim, wordt als schuldig beschouwd.
- Het forceren of eisen van een actie van een derde door bedreiging met smaad of
openbaring van een geheim, maakt een persoon schuldig.
Artikel I-6 Verduistering (321 SR)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij geld of goederen, die niet middels
een misdrijf verkregen zijn, maar wel toebehoren aan een ander, opzettelijk en
wederrechtelijk toeëigent.
Artikel I-7 Heling (416 SR)
- Een persoon die een goed verkrijgt dat afkomstig is uit een misdrijf, of er aanspraak op
maakt, wordt beschouwd als schuldig.
- Ook iemand die voordeel haalt uit de opbrengst van een door misdrijf verkregen goed
wordt als schuldig beschouwd.
- Als een persoon redelijkerwijs geen weet kan hebben van de criminele oorsprong van het
goed, wordt hij of zij als niet schuldig beschouwd.
Artikel I-8 Witwassen (420bis SR)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij of zij geld of goederen afkomstig
van een misdrijf mengt of probeert te mengen met het normale circuit van geld en
goederen.
Artikel I-9 Geldige verklaring
herkomst contanten (321 SR)
- Wanneer er tijdens aanhouding van een persoon door verbalisant een geldbedrag, hoger dan
€ 15000,- aan contanten aangetroffen wordt bij die persoon, zal er om geldige verklaring
van herkomst gevraagd worden.
- Wanneer deze verklaring niet bewijsbaar of redelijkerwijs aannemelijk is, dan heeft de
verbalisant de bevoegdheid dit bedrag in beslag te nemen voor onderzoek.
- Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2, geen
criminele herkomst kan aantonen, dan is de betreffende organisatie gemaand tot
restitutie.
- Wanneer uit onderzoek blijkt, volgend op de inbeslagname zoals bedoeld in lid 2,
criminele herkomst aantoont, dan zal de in beslag genomen som vernietigd worden.
Titel II - Geweldsdelicten
Artikel II-1 Wederspannigheid/verzet (180
SR)
- Een persoon die geweld pleegt of zich gewelddadig verzet tegen een ambtenaar in functie,
wordt als schuldig beschouwd.
Artikel II-2 Gijzeling (282 SR)
- Een persoon die de vrijheid van een derde wederrechtelijk berooft, wordt beschouwd als
schuldig.
- Wanneer de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.
- Als er sprake is van een poging tot wederrechtelijke beroving van de vrijheid van een
derde, wordt de straf met 33% verminderd.
Artikel II-3 Bedreiging (285 SR)
- Een persoon die dreigt met geweld of een misdrijf tegen personen of eigendommen, wordt
beschouwd als schuldig.
- Indien de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.
Artikel II-4 Doodslag (287 SR)
- Een persoon die opzettelijk een ander van het leven berooft, wordt beschouwd als
schuldig.
- Als het slachtoffer een ambtenaar in functie is, wordt de straf met 33% verhoogd.
- Bij een poging tot doodslag wordt de straf met 33% verlaagd.
Artikel II-5 Moord (289 SR)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk en met voorbedachte
rade iemand van het leven berooft.
- Indien het slachtoffer een ambtenaar in functie betreft, wordt de straf met 33%
verhoogd.
- Bij een poging tot moord wordt de straf met 33% verminderd.
Artikel II-6 Eenvoudige mishandeling (300
SR)
- Indien iemand met opzet en zonder rechtmatige reden een ander licht lichamelijk of
geestelijk letsel toebrengt, dan wordt diegene als schuldig beschouwd.
- Onder mishandeling valt ook het opzettelijk schaden van iemands gezondheid.
- Als de ambtenaar in functie het slachtoffer is, wordt de straf met 33% verhoogd.
- Het plegen van een poging tot eenvoudige mishandeling is niet strafbaar.
Artikel II-7 Zware mishandeling (302 SR)
- Indien een persoon opzettelijk en wederrechtelijk een ander mishandelt, waarbij er
sprake is van zwaar lichamelijk of geestelijk letsel, dan wordt deze persoon als
schuldig beschouwd.
- Het opzettelijk benadelen van de gezondheid wordt gelijkgesteld aan mishandeling.
- Wanneer het slachtoffer een ambtenaar in functie betreft, zal de straf met 33% worden
verhoogd.
- Indien er sprake is van een poging tot zware mishandeling, wordt de straf met 33%
verminderd.
Artikel II-8 Vernieling (350 SR)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer deze opzettelijk en wederrechtelijk een
goed dat geheel of gedeeltelijk toebehoort aan een ander, vernielt, beschadigt,
onbruikbaar maakt of wegneemt.
- Het doden, beschadigen, onbruikbaar maken of wegnemen van een (huis)dier wordt
gelijkgesteld aan vernieling en is ook opzettelijk en wederrechtelijk.
- Als het goed of dier eigendom is van de overheid, wordt de straf verhoogd met 33%.
- Bij een poging tot vernieling wordt de straf met 33% verminderd.
Titel II-9 Terroristisch misdrijf (134a
142a SR)
Een terroristisch misdrijf/daad houdt in dat er sprake is van de intentie om de bevolking of
een deel van de bevolking van een land ernstige angst aan te jagen, een overheid of
internationale organisatie te dwingen om iets te doen, niet te doen of te tolereren, of om
de fundamentele politieke, constitutionele, economische of sociale structuren van een land
of internationale organisatie ernstig te verstoren of te vernietigen.
- Een persoon die opzettelijk gelegenheid, middelen of informatie verschaft of probeert te
verschaffen om een terroristisch misdrijf te plegen of zich voor te bereiden op een
terroristisch misdrijf, of die kennis of vaardigheden verwerft of aan een ander
bijbrengt, wordt als schuldig beschouwd.
- Een persoon die met het oog op een terroristische daad een voorwerp verzendt of
achterlaat op een al dan niet publiek toegankelijke plaats en dit tot ontploffing
brengt, wordt als schuldig beschouwd.
- Een persoon die met het doel om een ander ten onrechte te laten geloven dat een
ontploffing kan plaatsvinden, een voorwerp verzendt of achterlaat op een al dan niet
publiek toegankelijke plaats of gegevens doorgeeft, wordt als schuldig beschouwd.
- Toepassing van dit artikel is alleen mogelijk met toestemming van een officier van
justitie of een rechter.
- Een veroordeling op basis van dit artikel sluit verdere strafrechtelijke
vervolging/veroordeling van andere strafbare feiten niet uit, tenzij dit in strijd is
met het beginsel van Ne bis in idem zoals beschreven in artikel A10 - Algemene
rechtsbeginselen.
- Bij veroordeling op basis van lid 3 wordt de straf met 33% verminderd.
Artikel II-10 Dood door schuld (307 SR)
- Een persoon die door zijn eigen handelen een ander het leven ontneemt, zonder opzet of
voorbedachte rade, wordt als schuldig beschouwd.
- Als de schuld te wijten is aan roekeloosheid, wordt de straf met 33% verhoogd.
Titel III - Verkeersdelicten
Artikel III-1
Verkeersovertredingen in algemene zin (5 WVW)
- Bij verkeersovertredingen in het algemeen, zonder verdere specificatie van zwaardere
misdrijven, wordt een boete van €500,- per geval opgelegd.
- De dienstdoende agent kan afhankelijk van de aard van de overtreding ervoor kiezen om
een waarschuwing te geven in plaats van een boete.
Artikel III-2 Roekeloos rijgedrag (5 WVW)
- Er is sprake van schuldig gedrag in het verkeer wanneer iemand gevaar of mogelijke
hinder veroorzaakt op de openbare weg.
- Het rijbewijs kan ook worden ingevorderd op basis van de inschatting van de dienstdoende
agent.
Artikel III-3
Opzettelijk veroorzaken van ernstig gevaar of hinder (5a WvW)
- Het is verboden om opzettelijk het verkeersgedrag dusdanig te schenden dat de
verkeersregels ernstig worden overtreden en daarmee levensgevaar of risico op zwaar
lichamelijk letsel voor anderen veroorzaakt wordt.
- Als zodanige verkeersgedragingen kunnen de volgende gedragingen worden aangemerkt:
- Onvoldoende rechts houden op onoverzichtelijke plaatsen;
- Gevaarlijk inhalen;
- Over een vluchtstrook rijden waar dit niet is toegestaan;
- Niet verlenen van voorrang;
- Overschrijden van de krachtens deze wet vastgestelde maximumsnelheid;
- Zeer dicht achter een ander voertuig rijden;
- Door rood licht rijden;
- Tegen de verkeersrichting inrijden;
- Tijdens het rijden een mobiel elektronisch apparaat vasthouden;
- Niet opvolgen van verkeersaanwijzingen van daartoe op grond van deze wet
bevoegde personen;
- Overtreden van andere verkeersregels van soortgelijk belang als die onder lid 2
genoemd.
- Hierbij gelden de volgende aandachtspunten:
- Het moet gaan om een opzettelijke gedraging, waardoor de verkeersregels ernstig
worden geschonden. Dus gaat het om een onverantwoordelijk en roekeloos
rijgedrag, ook wanneer daardoor (nét) geen ongeval ontstaat;
- Door dat asociale en roekeloze gedrag moet duidelijk blijken dat daardoor
levensgevaar dan wel gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander kan
ontstaan;
- Door één enkele van de genoemde overtredingen, al dan niet bewust gepleegd,
wordt niet meteen dit artikel overtreden, het moet gaan om een combinatie van
meerdere feiten die leiden tot roekeloos weggedrag en onaanvaardbaar risico. Die
worden bepaald door de aard en het samenstel van alle gedragingen en de
omstandigheden waaronder deze werden verricht en alle feitelijke omstandigheden
van het geval. Er wordt ook gekeken naar veroordelingen voor artikel III-2/III-3
(5/5a WvW) in het verleden;
- Voor wat betreft de handhaving is staandehouding het uitgangspunt.
- Alleen met toestemming van een (h)OvJ of rechter kan er een veroordeling plaatsvinden
voor dit artikel.
- Indien de feiten en omstandigheden hiertoe aanleiding geven, kan ook het rijbewijs
worden ingevorderd en/of het voertuig in beslag worden genomen.
Artikel III-4 Veroorzaken ongeval, met al dan niet licht lichamelijk letsel tot gevolg (6
WVW)
- Wanneer iemand door een gevaarlijke of hinderlijke deelname aan het verkeer een ongeval
veroorzaakt met al dan niet licht lichamelijk letsel aan een derde tot gevolg, wordt
deze persoon beschouwd als schuldig.
- Onder licht lichamelijk letsel vallen alle verwondingen die ter plaatse behandeld kunnen
worden en geen ziekenhuisopname vereisen.
- Het is mogelijk dat het rijbewijs wordt ingenomen op basis van de inschatting van de
dienstdoende agent.
Artikel
III-5 Veroorzaken ongeval, met zwaar lichamelijk letsel tot gevolg (6 WVW)
- Een persoon die door gevaarlijk of hinderlijk rijgedrag een ongeval veroorzaakt met
zwaar lichamelijk letsel tot gevolg bij een derde, wordt als schuldig beschouwd.
- Zwaar lichamelijk letsel omvat in dit geval alle verwondingen die niet ter plaatse
behandeld kunnen worden.
- De dienstdoende agent kan het rijbewijs invorderen op basis van zijn/haar inschatting.
Artikel III-6
Veroorzaken ongeval, met de dood tot gevolg (6 WVW)
- Als gevolg van gevaarlijke of hinderlijke deelname aan het verkeer waardoor een derde
persoon overlijdt, wordt iemand schuldig verklaard aan een ongeval.
- Afhankelijk van de beoordeling van de dienstdoende agent kan het rijbewijs ook worden
ingevorderd.
Artikel III-7 Verlaten plaats
van verkeersongeval (7 WVW)
- Indien een persoon na een verkeersongeval de plaats verlaat, ongeacht of deze persoon
schuldig was aan het ongeval, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
- Als hierdoor een derde in hulpeloze toestand wordt achtergelaten, zal de straf met 33%
worden verhoogd.
- Als de persoon zich alsnog tijdig bij de politie of KMar meldt, zal er geen
strafvervolging plaatsvinden.
- De beslissing om een rijontzegging op te leggen is aan de dienstdoende ambtenaar.
Artikel III-8 Rijden onder invloed (8 WVW)
- Een persoon die deelneemt aan het verkeer onder invloed van alcohol, verdovende middelen
of medicijnen die de rijvaardigheid beïnvloeden, wordt beschouwd als schuldig.
- Een uitzondering hierop is wanneer iemand te voet deelneemt aan het verkeer.
Artikel III-9 Rijden zonder bevoegdheid
(9 WVW)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij of zij op de hoogte is of
redelijkerwijs zou moeten weten dat de rijbevoegdheid is ontzegd en toch deelneemt aan
het verkeer.
- Als het rijbewijs is ingevorderd, geldt de ontzegging van de rijbevoegdheid voor alle
categorieën van dat rijbewijs.
Artikel III-10 Fout parkeren (25 RVV 1990)
- Een persoon die zijn of haar voertuig op een wijze parkeert die niet overeenkomt met de
aangegeven parkeersituatie, wordt als schuldig beschouwd. Voorbeelden hiervan zijn:
- Dubbelparkeren of opzettelijk het doorkruisen van parkeervakken;
- Parkeren langs een rode trottoirrand;
- Volledig parkeren op de stoep;
- Parkeren op een plaats die alleen bedoeld is voor dienstvoertuigen.
- Voor deze acties is een boete van € 1750,- vastgesteld.
Artikel III-11 Snelheidsovertredingen
- Wanneer iemand tijdens deelname aan het verkeer de wettelijk bepaalde snelheden niet in
acht neemt, wordt deze persoon als schuldig beschouwd.
- Op alle landelijke wegen (snelwegen) is het toegestaan om maximaal 130 km/u te rijden.
Op alle overige wegen is het toegestaan om maximaal 80 km/u te rijden.
- Er geldt een meetcorrectie van 5 kilometer en bij de eerste 5 kilometer te hard rijden
blijft de overtreding onbestraft.
- Straftabel snelheidsovertredingen:
- Bij een snelheidsovertreding waar de gemeten snelheid sneller is dan 200km/h kan de
dienstdoende ambtenaar besluiten om het betreffende of meer rijbewijzen in te vorderen.
Artikel III-12 Voertuigeisen
- Een voertuig, behalve fietsen, moet ten minste één nummerplaat hebben. Indien dit niet
mogelijk is, moet de bestuurder in het bezit zijn van een geldig document als bewijs van
ontheffing.
- Indien een voertuig ramen heeft, moet het gezicht van de bestuurder en passagier(s)
duidelijk zichtbaar zijn.
- Verlichting onder het voertuig is niet toegestaan bij deelname aan het verkeer.
- Het voertuig mag geen uitstekende onderdelen en/of grote schade hebben die de veiligheid
in het gedrang brengt.
- Er mogen geen deuren ontbreken bij het voertuig, indien deze wel aanwezig behoren te
zijn.
- Het voertuig moet een eentonige claxon hebben.
- Het voertuig mag geen WOK-status hebben bij deelname aan het verkeer.
- De koplampen van het voertuig moeten een witte of gele kleur hebben.
Strafbepalingen Voertuigeisen
- Een persoon is schuldig wanneer zijn of haar voertuig niet voldoet aan de gestelde
eisen.
- Wanneer een bestuurder met een voertuig met een WOK-status deelneemt aan het verkeer en
voor de eerste of tweede keer staande wordt gehouden, wordt dit beschouwd als een
misdrijf. De sanctie hiervoor is inbeslagname van het voertuig.
- Bij een derde keer of vaker staande gehouden te worden, wordt de sanctie van
inbeslagname van het voertuig vermeerderd met een taakstraf.
- De WOK-status is een status die in de politiesystemen wordt vastgelegd. Na reparatie of
aanpassing van het voertuig kan de politie en/of KMar deze status verwijderen na visuele
controle van het voertuig.
Rijden met WOK-status straffen
Artikel III-13 Overige verkeersboetes
- Ter bevordering van transparantie is dit artikel met gespecificeerde boetes opgenomen.
- Een volledig overzicht van alle boetes is tevens te vinden in het kostendocument.
- Onderstaande strafbare feiten kunnen bestraft worden met een boete, als zodanig:
Artikel III-14 Illegale voertuigen
- Schuldig is een persoon die weet of redelijkerwijs behoort te weten dat zijn of haar
voertuig staat aangegeven als illegaal voertuig en zich bevind op een plek of plaats
anders dan eigen- en/of privéterrein.
- Onder illegaal voertuig wordt verstaan, elk voertuig dat is aangeduid als 'illegaal' bij
de cardealer en/of in onderstaande tabel is vermeld.
- Indien persoon wordt aangetroffen op zijn of haar voertuig zoals bedoeld in lid 1, wordt
het voertuig direct in beslag genomen en vernietigd.
- Indien persoon zoals bedoeld in lid 3 niet de eigenaar van het voertuig is, wordt het
voertuig eveneens direct in beslag genomen en vernietigd.
- De eigenaar van het voertuig blijft verantwoordelijk, ook al wordt het voertuig met een
andere bestuurder aangetroffen.
Titel IV - Opiumwet
Artikel IV-1 Harddrugs (2 OW)
- Schuldig is een persoon die harddrugs vergaart, in bezit heeft, vervoert, of verkoopt.
- Schuldig is ook een persoon die de ingrediënten, benodigd voor het vervaardigen van
harddrugs, vergaart, in bezit heeft, of verkoopt.
- Strafbepaling geschiedt op grond van de totale hoeveelheid die aangetroffen is, ook
wanneer dit verspreid is over meerdere personen.
- De hoeveelheid zoals bedoeld in lid 3 wordt opgeteld ten laste gelegd per persoon.
- Wanneer niet te bewijzen valt dat meerdere personen in samenwerking waren wordt de
strafbepaling niet opgeteld toegepast.
- Strafbepaling geschiedt op basis van aantallen ingrediënten en aantallen eindproducten.
- Wanneer er een mix van de aantallen in lid 6 aangetroffen wordt, zal er met een
berekening van het aantal eindproducten maal 5, een totaal aan goederen berekend worden.
De strafbepaling geschiedt vervolgens zoals bepaald in lid 2.
Rekentabel Harddrugs: ingrediënten
Rekentabel Harddrugs: eindproducten
Artikel IV-2 Softdrugs (3 OW)
- Schuldig is een persoon die softdrugs vergaart, in bezit heeft, vervoert, of verkoopt.
- Schuldig is ook een persoon die de ingrediënten, benodigd voor het vervaardigen van
softdrugs, vergaart, in bezit heeft, of verkoopt.
- Strafbepaling geschiedt op grond van de totale hoeveelheid die aangetroffen is, ook
wanneer dit verspreid is over meerdere personen.
- Niet schuldig is een persoon die 5 ingrediënten 1 eindproduct voor eigen gebruik bij
zich draagt.
- De hoeveelheid zoals bedoeld in lid 3 wordt opgeteld ten laste gelegd per persoon.
- Wanneer niet te bewijzen valt dat meerdere personen in samenwerking waren wordt de
strafbepaling niet opgeteld toegepast.
- Strafbepaling geschiedt op basis van aantallen ingrediënten en aantallen eindproducten.
- Wanneer er een mix van de aantallen in lid 7 aangetroffen wordt, zal er met een
berekening van het aantal eindproducten maal 5, een totaal aan goederen berekend worden.
De strafbepaling geschiedt vervolgens zoals bepaald in lid 2.
Rekentabel Softdrugs: ingrediënten
Rekentabel Softdrugs: eindproducten
Titel V - Wet Wapens en Munitie
Artikel V-1 Tasers (26 WWM)
- Strafbaar is een persoon die een stroomstootwapen voorhanden heeft, bij zich draagt,
opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.
Artikel V-2 Vuurwapens en Explosieven (26
WWM)
- Strafbaar is een persoon die een vuurwapen voorhanden heeft, bij zich draagt, of
opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.
- Onderscheid wordt gemaakt tussen:
- kleine vuurwapens (pistolen, revolvers, e.d.), aangeduid als Categorie 1;
- Automatische vuurwapens, jachtgeweren, shotguns, explosieven, granaten, thermiet, etc.,
aangeduid als Categorie 2.
Artikel V-3 Steek- en slagwapens (27 WWM)
- Strafbaar is een persoon die een steekwapen voorhanden heeft, bij zich draagt, of
opgeslagen heeft in huis of in de laadruimte van zijn of haar vervoersmiddel.
- Strafbaar is een persoon die een slagwapen voorhanden heeft of bij zich draagt, waarvan
redelijkerwijs kan worden aangenomen dat deze bestemd is om letsel toe te brengen.
- Er geldt een gedoogbeleid betreffende het bezit van steekwapens. Indien er geen
strafbaar feit is gepleegd met het wapen, kan een persoon het wapen vrijwillig afgeven
en in ruil daarvoor geen strafvervolging ondergaan.
- In risicogebieden is het voorhanden hebben, bij je dragen, of opgeslagen hebben in huis
of in de laadruimte van je vervoersmiddel van een steek- of slagwapen onder alle
omstandigheden verboden. Het gedoogbeleid is dan niet van toepassing.
Artikel V-4 Nepwapens, holsters en
replica's (26 WWM)
- Strafbaar is een persoon die een holster draagt met daarin een nepwapen of replica die,
van dichtbij of op enige afstand, niet gemakkelijk van echt te onderscheiden is.
Artikel V-5 Wapenhandel (14-20 WWM)
- Strafbaar is een persoon die wapens, aangemerkt als niet legaal, invoert, uitvoert, of
doorvoert zonder hiervoor een geldig consent te hebben.
- Indien een ophanden zijnde wapentransactie aantoonbaar gepleegd zou gaan worden, of
dreigde te gaan worden, doch niet is afgerond, wordt dit aangemerkt als poging tot
wapenhandel.
- Een poging tot wapenhandel zoals beschreven in lid 2 wordt bestraft als zijnde
wapenhandel, verminderd met 1/2.
Artikel V-6 Munitiebezit
- Strafbaar is een persoon die munitie voorhanden heeft.
- Voor elke clip word de straf met 25% verhoogd
Titel VI - Wet op de Kansspelen
Artikel VI-1 Algemeen verbod (1 Wok)
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om mee te
dingen naar prijzen of geld, in de vorm van een kansspel.
- Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.
Artikel VI-2 Casinospelen (27g Wok)
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning casinospelen op basis van
kansbepaling publiekelijk of bedrijfsmatig aanbiedt.
- Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.
- De Overheid behoudt het recht om op één of enkele plekken casinospelen aan te bieden.
Artikel VI-3 Loterijen (27 Wok)
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om
mededingers een aantal symbolen te doen voorspellen, die door loting of trekking worden
verkregen uit een van tevoren opgegeven aantal symbolen ("De Lotto").
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een loterij houdt waarbij een
winnend lotnummer door trekking wordt gekozen.
- Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.
Artikel VI-4 Verdubbelaar en
pyramidespel (1a Wok)
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning een gelegenheid biedt om geld of
goederen te verdubbelen door het afgeven of overmaken van een voorgesteld bedrag of
goed.
- Schuldig is een persoon die zonder geldige vergunning geld of goederen eist, teneinde
daaruit een voordeel uit te beloven dat geheel of ten dele afhankelijk is van de afgifte
van geld of goederen door latere deelnemers.
- Niet schuldig is een persoon die hiervoor een geldende vergunning heeft.
Titel VII - Uitsluitings- en
strafverminderingsgronden
Artikel VII-1 Algemene Uitsluitingen
(39-43 SR)
- Niet schuldig is een persoon die:
- wegens de gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van zijn of haar
geestvermogens een strafbaar feit begaat;
- door overmacht is gedwongen een strafbaar feit te begaan;
- vanwege een noodzakelijke verdediging van eigen of andermans lijf, eerbaarheid
of goed tegen ogenblikkelijke, wederrechtelijke aanranding een strafbaar feit
begaat;
- de grenzen van bovenstaande noodweer overtreedt gevolgens een hevige
gemoedsbeweging, veroorzaakt door de aanranding;
- een strafbaar feit begaat ter uitvoering van een wettelijk voorschrift;
- een strafbaar feit begaat ter uitvoering van een ambtelijk bevel, gegeven door
het daartoe bevoegde gezag;
- Een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel heft de strafbaarheid niet op,
tenzij het door de ondergeschikte te goeder trouw als bevoegd gegeven
werd beschouwd en de nakoming daarvan binnen de kring van zijn
ondergeschiktheid was gelegen.
Artikel VII-2 Vormfouten
- De (hulp-)Officier van justitie en de rechter kan/kunnen, indien blijkt dat bij het
voorbereidend onderzoek vormen zijn verzuimd die niet meer kunnen worden hersteld en de
rechtsgevolgen hiervan niet uit de wet blijken, bepalen dat:
- de hoogte van de straf in verhouding tot de ernst van het verzuim, zal worden verlaagd,
indien het door het verzuim veroorzaakte nadeel langs deze weg kan worden gecompenseerd;
- de resultaten van het onderzoek die door het verzuim zijn verkregen, niet mogen
bijdragen aan het bewijs van het telastegelegde feit;
- de verdachte uitgesloten is van rechtsvervolging;
- De in lid 4 toegepaste sanctie kan enkel worden gebruikt indien door het verzuim geen
sprake kan zijn van een behandeling van de zaak die aan de beginselen van een
behoorlijke procesorde voldoet.
- Bij de toepassing van de sancties in lid 2, 3 en 4 dient rekening gehouden te worden met
het Schutznorm-beginsel
- Met onherstelbaar vormverzuim wordt onder andere bedoeld:
- een vooringenomen, sturende, druk uitoefenende manier van verhoren;
- wanneer ontlastende informatie wordt verzwegen, en/of bewijsmateriaal wordt
vernietigd;
- het tappen van een met geheimhoudingsplicht bezwaarde professional, zoals arts,
notaris, geestelijke, apotheker, advocaat;
- het voeren van een meinedig proces-verbaal zijnde tegenstrijdigheid met andere
processen-verbaal, camerabeelden, geluidsopnamen;
- inbreuk op het recht van een verdachte op aanwezigheid van een advocaat tijdens
een huiszoeking (en andere rechten van een verdachte), ook wel een
verdedigingsrecht genoemd, bestaat er voor de (hulp-)Officier van justitie en de
rechter een mogelijkheid om de inbreuk te herstellen.
Artikel VII-3 Strafvermindering (44a.2 SR)
- Wanneer besloten wordt tot een strafvermindering kan als leidraad gebruikt worden:
- vermindering van maximaal de helft bij een onvoorwaardelijke tijdelijke
vrijheidsstraf, taakstraf of geldboete, of
- de omzetting van maximaal de helft van het onvoorwaardelijke gedeelte van een
vrijheidsstraf, taakstraf of van een geldboete in een voorwaardelijk gedeelte,
of
- de vervanging van maximaal een derde gedeelte van een vrijheidsstraf door
taakstraf of een onvoorwaardelijke geldboete.
- Strafverminderingsgronden worden bepaald in overleg tussen overheid en verdachte met
bijstand van advocaat. Hierin meegenomen worden:
- eventuele eerdere vergrijpen (en/of het gebrek daar aan);
- goed gedrag en meewerking van de verdachte tijdens en na zijn of haar
aanhouding;
- verzachtende omstandigheden;
- overmacht als gevolg van Stadsproblemen ("storm");
- proportionaliteit;
- aandeel van de verdachte in het geheel, indien er sprake is van een
grootschalige overtreding met meerdere partijen.
Titel VIII - Overige
Artikel VIII-1 Niet
voldoen aan een bevel of vordering (184 SR)
- Schuldig is een persoon die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of vordering dat
krachtens wettelijk voorschrift wordt gegeven door een ambtenaar in functie.
- Schuldig is een persoon die opzettelijk een ambtenaar in functie belemmert in de
uitvoering daarvan.
Artikel VIII-2 Belediging (266 SR)
- Schuldig is een persoon die opzettelijk een ander belegdigt op straffe van een boete van
€1200,- per geval.
- Wanneer de belediging opzettelijk is geuit richting een ambtenaar in functie wordt de
boete uit lid 1 verdubbeld.
Artikel VIII-3 Opgeven valse gegevens (435
SR)
- Schuldig is een persoon die bij vordering van een ambtenaar in functie valse gegevens
opgeeft, op straffe van een boete van €250,- per geval.
Artikel
VIII-4 Niet op eerste vordering tonen van identiteitsbewijs (447e SR)
- Schuldig is een persoon die geen gehoor geeft aan een vordering tot inzage van het
identiteitsbewijs door een ambtenaar in functie, wanneer dit in het kader van de wet
door de ambtenaar als noodzakelijk wordt geacht, op straffe van een boete van €320,- per
geval.
Artikel VIII-5 Openbare dronkenschap (453
SR)
- Schuldig is een persoon die zich begeeft in de openbare ruimte terwijl hij of zij in
kennelijke staat van dronkenschap verkeert.
Artikel VIII-6 Dragen van gezichtsbedekkende kledij (1 Wet gedeeltelijk verbod
gezichtsbedekkende kleding)
- Schuldig is een persoon die kleding draagt, die het gezicht geheel bedekt of zodanig
bedekt dat alleen de ogen onbedekt zijn, dan wel onherkenbaar maakt, op straffe van een
boete van €200,- per geval.
- Het eerste lid is niet van toepassing, voor zover kleding als bedoeld in dat lid:
- wordt gedragen door cliënten, patiënten of hun bezoekers in residentiële delen
van zorginstellingen,
- noodzakelijk is ter bescherming van het lichaam in verband met de gezondheid of
de veiligheid,
- noodzakelijk is in verband met eisen die aan de uitoefening van een beroep of
sport worden gesteld,
- passend is in verband met het deelnemen aan een feestelijke of een culturele
activiteit.
Artikel VIII-7 Identiteitsfraude
- Schuldig is een persoon die zich uitgeeft als iemand anders, onder naam van iemand
anders, in naam van iemand anders, of gelieerd aan iemand anders met als doel daaruit
een gewin te behalen in brede zin.
Artikel VIII-8 Deelname aan een
criminele organisatie
- Schuldig is een persoon die deelneemt aan, steun verleent aan, of gelieerd is aan een
organisatie die tot doel heeft het plegen van misdrijven.
- Ten aanzien van de oprichters, leiders of bestuurders kunnen de gevangenisstraffen met
een derde worden verhoogd.
- Onder deelneming als omschreven in het eerste lid wordt mede begrepen het verlenen van
geldelijke of andere stoffelijke steun aan alsmede het werven van gelden of personen ten
behoeve van de daar omschreven organisatie.
Artikel VIII-9 Lokaalvredebreuk (139 SR)
- Schuldig is een persoon die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal, besloten erf
of openbare ruimte, wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar
vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert.
- Schuldig is een persoon die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of
inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder
voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing
binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt
geacht te zijn binnengedrongen.
Artikel VIII-10 Huisvredebreuk (138 SR)
- Schuldig is een persoon die een woning of besloten lokaal of erf bij een ander in
gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet
op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert.
- Schuldig is een persoon die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of
inklimming, van lockpicks, van een valse order of vals kostuum, of die, zonder
voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen,
aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn
binnengedrongen.
Artikel VIII-11 Betreden van verboden
domein
- Schuldig is een persoon die zonder daartoe gerechtigd is, over iemand anders zijn grond
waarvan de toegang op een voor hem blijkbare wijze door den rechthebbende is verboden,
loopt, rijdt of vee laat lopen.
- Schuldig is een persoon die zonder daartoe gerechtigd is, over bij wet geclassificeerde
verboden domeinen te lopen, rijden, varen, vliegen of landen zonder nadrukkelijke en
aantoonbaar toestemming te hebben verkregen van de Politie of Koninklijke Marechaussee
Artikel
VIII-12 Recht op bijstand Advocaat tijdens huiszoeking (artikel 99a sv)
- De verdachte is bevoegd zich tijdens het doorzoeken van plaatsen door zijn advocaat te
doen bijstaan, zonder dat de doorzoeking daardoor mag worden opgehouden.
Artikel VIII-13 Misdrijven
tegen de openbare orde (131 SR)
- Hij die in het openbaar, mondeling of bij geschrift of afbeelding, tot enig strafbaar
feit of tot gewelddadig optreden tegen het openbaar gezag opruit, wordt gestraft volgens
onderstaande tabel.
Artikel VIII-14 Misdrijven
tegen het openbaar gezag (189 SR)
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk iemand helpt die
schuldig is aan of verdacht wordt van een misdrijf om te ontsnappen aan de opsporing of
aanhouding door ambtenaren in functie.
- Een persoon wordt als schuldig beschouwd wanneer hij opzettelijk voorwerpen vernietigt
of ontneemt om de inbeslagname door een ambtenaar in functie te voorkomen of te
hinderen.
Artikel VIII-15 Vergunningloze voertuig handelaar
- Schuldig is een persoon die meerdere voertuigen verhandeld op een locatie, zonder over de daarvoor vereiste vergunning te beschikken.
- Indien een opsporingsambtenaar merkt dat de schuldige nergens van afwist, dan kan deze zijn discretionaire bevoegdheid gebruiken om het af te doen met een waarschuwing in de vorm van een notitie.
Artikel VIII-16 Werkzaam bedrijf zonder KvK-Inschrijving
- Schuldig is een persoon die onder een bedrijfsnaam handelt of een omzet creëert doormiddel van zijn of haar bedrijf en niet KvK ingeschreven staat.
- Indien een opsporingsambtenaar merkt dat de schuldige nergens van afwist, dan kan deze zijn discretionaire bevoegdheid gebruiken om het af te doen met een waarschuwing in de vorm van een notitie.
- Indien de persoon wel ingeschreven staat maar geen vergunning heeft dient dit uitgezocht te worden door een werknemer van de KVK.
Artikel VIII-17 Niet in bezit hebben van juiste vergunningen
- Schuldig is een persoon die een dienst levert waarvoor een onderscheidende vergunning vereist is, maar dit zonder doet.
- Indien een opsporingsambtenaar merkt dat de schuldige nergens van afwist, dan kan deze zijn discretionaire bevoegdheid gebruiken om het af te doen met een waarschuwing in de vorm van een notitie.
- Indien een persoon ingeschreven staat bij een bedrijf dient de eigenaren/leiding dit aan te geven in hun werknemersregister.
- Als lid 3 wel van toepassing is hoeven alleen de eigenaren/leiding de juiste vergunningen aan te tonen. Als dit niet up to date is mag er gesanctioneerd worden.
Titel IX – Schadevergoeding
Artikel IX-1 (Im)materiële schadevergoeding voor onterechte inverzekeringstelling of
voorlopige hechtenis (artikel 533 sv)
- Indien de zaak eindigt zonder oplegging van straf of maatregel of met zodanige
oplegging, doch op grond van een feit waarvoor voorlopige hechtenis niet is toegelaten,
wordt hem een vergoeding uit de overheid kas toegekend voor de schade welke hij ten
gevolge van ondergane inverzekeringstelling of voorlopige hechtenis heeft geleden.
- Onder een vergoeding, als bedoeld in het eerste lid vallen o.a. kosten van een advocaat,
vergoeding vanwege onterechte detentie/vrijheidsberoving en misgelopen inkomsten vanwege
het niet kunnen uitvoeren van persoon zijn werk.
- Vergoedingen zoals opgenomen in onderstaande tabel is gebaseerd op onterechte detentie
en misgelopen inkomsten van het niet kunnen werken. Vergoeding van de advocaat wordt
bepaald aan de hand van de daadwerkelijke kosten van de advocaat.
- Het eisen van een vergoeding is alleen mogelijk indien een advocaat is betrokken bij de
zaak.
- Een uitzondering op lid 4 is indien vanuit de politie wordt besloten dat de persoon vrij
wordt gesproken zonder dat er op dat moment een advocaat bij de zaak betrokken is. Een
OvJ/HOvJ/hOvJ dient hierbij dan betrokken te zijn.
- Het schadevergoeding document kan alleen worden ondertekend door een OvJ/HOvJ/hOvJ.
- Een Schadevergoeding wordt uitgekeerd vanuit Justitie op vertoon van het
schadevergoeding document.
Artikel IX-2 (Im)materiële schadevergoeding voor buitensporig geweld door
overheidsmedewerker
- De overheidsmedewerker die is aangesteld voor de uitvoering van de politietaak, is
bevoegd in de rechtmatige uitoefening van zijn bediening geweld of vrijheidsbeperkende
middelen te gebruiken, wanneer het daarmee beoogde doel dit, mede gelet op de aan het
gebruik hiervan verbonden gevaren, rechtvaardigt en dat doel niet op een andere wijze
kan worden bereikt. Aan het gebruik van geweld gaat zo mogelijk een waarschuwing vooraf.
- Bij bepaling of buitensporig geweld van toepassing is wordt uitgegaan van Artikel A9 lid
3 Subsidiariteit en Artikel A9 lid 4 Proportionaliteit.
- Subsidiariteit geeft aan of geweld gebruikt mag worden mits het doel niet op een andere
manier kan worden bereikt.
- Proportionaliteit geeft aan dat de overheidsmedewerker die is aangesteld voor de
uitvoering van de politietaak, niet méér geweld mag gebruiken dan nodig is. Belangrijk
is dat het gebruikte geweld altijd in verhouding staat met de ernst van de situatie en
het misdrijf.
- Indien niet is voldaan aan de vereisten van subsidiariteit en proportionaliteit en er is
sprake van buitensporig geweld met schade tot gevolg, dan is de politie en/of KMar
aansprakelijk voor de veroorzaakte schade. De schadevergoeding wordt bepaald aan de hand
van onderstaande vergoeding tabel.
- Het eisen van een vergoeding is alleen mogelijk indien een advocaat is betrokken bij de
zaak.
- Een uitzondering op lid 6 is indien vanuit de politie of KMar zelf wordt aangegeven dat
er buitensporig geweld is gebruikt zonder dat er op dat moment een advocaat bij de zaak
betrokken is. Een OvJ/HOvJ/hOvJ dient hierbij dan bij betrokken te zijn.
- Het schadevergoeding document kan alleen worden ondertekend door een advocaat of
OvJ/HOvJ/hOvJ.
- Schadevergoeding wordt uitgekeerd vanuit Justitie op vertoon van het schadevergoeding
document.
Titel X – Algemene douanewet
Artikel
X-1 Negeren van controle grensinspectiepost (1:1 - 1:31 Algemene Douanewet)
- Schuldig is een persoon die opzettelijk en wederrechtelijk een grensinspectiepost
ontwijkt, daar waar hij redelijkerwijs deze grensinspectiepost zou moeten passeren.
- Schuldig is tevens een persoon die zich onthoudt van aanhouding dan wel controle door de
politie en/of KMar bij een grensinspectiepost.
- Niet schuldig is een persoon die een grensinspectiepost passeert dan wel ontwijkt of
vermijdt terwijl deze op dat moment niet bemenst is met dienstdoend personeel.
- Niet schuldig is tevens een persoon die een grensinspectiepost passeert zonder controle
wanneer deze persoon niet tijdig en duidelijk tot stilstand wordt gemaand door het
dienstdoend personeel.
- Niet schuldig is tevens een persoon die, gelet op artikel 4, zijn of haar voertuig na
passeren van de grens, met inachtneming van enige redelijkheid van afstand en tijd, tot
stilstand brengt om alsnog te worden gecontroleerd.
- De straf gegeven voor de overtredingen als bedoeld in lid 1 en 2 wordt gegeven in de
vorm van een boete van €10000 voor de eerste maal en €15000 voor alle opvolgende malen.
Artikel X-2 Bepalingen inzake douanetoezicht en douanecontrole (Artikel 1:26 en 1:27 en
1:28)
- De Koninklijke Marechaussee is bevoegd aan controle te onderwerpen:
- Personen en/of vervoermiddelen en/of plaatsen voor distributie en overslag voor
goederen die over de weg worden vervoerd, havens, haventerreinen, luchthavens,
grensinspectiepost en luchtvaartterreinen.
- Controle zoals beschreven in lid 1 is alleen van toepassing op gebieden die
staan gemarkeerd als douanegebied op de douanekaart. Zie hiervoor de kaart
douanegebieden in het wetboek.
- Uitzondering op lid 1b betreft vervoersmiddelen en/of personen, die aantoonbaar
door de Koninklijke Marechaussee, vanuit open water het binnenland of
binnenwater betreden.
- Onder controle in de zin van lid 1 wordt mede verstaan doorzoeking en fouillering.
- Fouillering geschiedt op een besloten plaats door dienstdoend personeel die van
hetzelfde geslacht zijn als de persoon die aan fouillering wordt onderworpen.
- Onder fouillering zoals beschreven in lid 2 en lid 3 wordt verstaan: het onderzoek aan
de kleding; en/of het verwijderen van de kleding, teneinde deze aan een nauwkeurig
onderzoek te onderwerpen. Verwijderen van onderkleding is niet toegestaan.
- De Koninklijke Marechaussee is bevoegd met het oog op de uitoefening van de
bevoegdheden, zoals bedoeld in dit artikel, de bestuurder dan wel de gezagvoerder van
het vervoermiddel te vorderen dat deze zijn vervoermiddel vaart laat minderen,
bijdraait, landt, stilhoudt, naar een door hem aangewezen plaats overbrengt, aanlegt en
de motor buiten werking stelt. De in dit lid bedoelde personen zijn gehouden aan de
vordering te voldoen.
- De Koninklijke Marechaussee is bevoegd personen die aanwezig zijn in of op de in dit
artikel bedoelde locaties of vervoermiddelen of deze juist gaan betreden of hebben
verlaten aan fouillering te onderwerpen.
- De Koninklijke Marechaussee maakt van zijn bevoegdheden slechts gebruik voorzover dat
redelijkerwijs voor de vervulling van zijn taak nodig is.
Titel XI – Bewijs
Artikel XI-1 Het
opsporingsonderzoek (Artikel 141 SV)
- Met de opsporing van strafbare feiten zijn belast:
- de (hulp)officieren van justitie;
- de ambtenaren van politie voor zover zij zijn aangesteld voor de uitvoering van
de politietaak;
- de ambtenaren van de Koninklijke Marechaause;
- de opsporingsambtenaren van de Recherche en Dienst Speciale Interventies (DSI);
- De bevoegdheid van ambtenaren die met de opsporing van strafbare feiten zijn
belast, is beperkt tot het gebied waarvoor zij zijn aangesteld;
Artikel XI-2 Wettige
bewijsmiddelen (Artikel 338/339 SV)
- Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan, kan alleen worden
aangenomen, indien de inhoud van wettige bewijsmiddelen de rechter de overtuiging heeft
dat de verdachte het telastegelegde feit heeft begaan.
- Als wettige bewijsmiddelen worden alleen erkend:
- eigen waarneming van de rechter. Denk hierbij bijvoorbeeld aan foto- en
videomateriaal die de rechter op de zitting te zien krijgt.
- verklaringen van de verdachte. Onder verklaring van de verdachte wordt verstaan
de bij het onderzoek gedane opgave van feiten of omstandigheden, door verdachte
zelf waargenomen of ondervonden. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde
feit heeft begaan, kan niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van
verdachte;
- verklaringen van een getuige. Onder verklaring van een getuige wordt verstaan de
bij het onderzoek gedane mededeling van feiten of omstandigheden, welke hij zelf
waargenomen of ondervonden heeft. Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde
feit heeft begaan, kan niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van
één getuige;
- verklaringen van een deskundige. Onder verklaring van een deskundige wordt
verstaan de bij het onderzoek afgelegde verklaring en oordeel op basis van zijn
wetenschap en kennis;
- schriftelijke stukken;
- een verklaring van een ambtenaar onder ambtseed;
- (audio)visueel bewijs, zoals bodycambeelden of foto's.
- Onder schriftelijke stukken worden verstaan:
- processen-verbaal en andere geschriften, in de wettelijke vorm opgemaakt door
colleges en personen, die daartoe bevoegd zijn, met mededeling van feiten of
omstandigheden, door hen zelf waargenomen of ondervonden;
- verslagen van deskundigen met het antwoord op de opdracht die aan hen is
verleend tot het verstrekken van informatie of het doen van onderzoek, gebaseerd
op wat hun wetenschap en kennis hen leren omtrent datgene wat aan hun oordeel
onderworpen is;
- alle andere geschriften; deze kunnen alleen gelden in verband met de inhoud van
andere bewijsmiddelen;
- Er geldt een bewijsminimum van één bewijsstuk als het/de strafbare feit(en) volledig en
overtuigend bewezen kunnen worden. Indien dit niet het geval is, dan zijn minimaal 2
bewijsstukken vereist. Dit betekent concreet dat de identiteit van de verdacht(en) en de
exacte feiten en omstandigheden, bijvoorbeeld of er sprake is van opzet voor zover van
toepassing, duidelijk moeten worden.
- Het bewijs dat de verdachte het telastegelegde feit heeft gepleegd, kan worden
aangenomen op alleen het proces-verbaal van een opsporingsambtenaar.
- Feiten of omstandigheden van algemene bekendheid behoeven geen bewijs.
Laatste revisie: 23/03/2023